“Het leven is te kort om haast te hebben”
Een gesprek met Eduard van Zuilen, oud-burgemeester. Na bijna twee decennia in het openbaar bestuur maakt Eduard van Zuilen bewust ruimte voor een nieuwe fase. In dit open en persoonlijke gesprek blikt hij terug op zijn jeugd in Rotterdam-Zuid, zijn rol als burgemeester in drie gemeenten, en de zoektocht die volgde toen ‘door tot m’n zeventigste’ onverwacht geen optie meer bleek.

“Ik ben niet met dit vak geboren, maar ik groeide er langzaam in”
“Ik ben een geboren Rotterdammer van Zuid,” zegt Eduard met een glimlach. “Mijn wieg stond in Charlois. Mijn ouders groeiden op in armoede, in crisistijd, tijdens de oorlog. Dat laat sporen na. Die nuchterheid, dat gevoel voor rechtvaardigheid — dat zit diep.” Hij studeerde economie, cum laude afgestudeerd. De financiële sector lag voor de hand, maar trok niet. “Ik voelde dat ik méér wilde dan cijfers. Dus ging ik ’s avonds theologie en filosofie studeren. Niet om dominee te worden, maar omdat ik die verdieping nodig had. Denken over het grotere geheel is altijd mijn hobby gebleven.” Zijn politieke loopbaan begon pas op latere leeftijd. “Ik was eind dertig toen ik me aanmeldde bij een partij. Daarvoor had ik jarenlang commentaar vanaf de zijlijn. Op een dag dacht ik: je kunt blijven mopperen, of zelf verantwoordelijkheid nemen.”

“Ik had geen idee of ik het kon — en toen bleek ik het te kunnen”
Zijn eerste politieke functie was als statenlid in Groningen. “Ik kwam uit het niets en stond ineens op plek vijf. En werd gekozen. Je begint eraan zonder te weten of je het in je hebt. Maar ik bleek goed te kunnen debatteren, snel hoofdlijnen te zien en scherp te zijn op inhoud. Niet op de persoon. Dat laatste vond ik altijd belangrijk.” Het politieke vuur werd aangewakkerd. Na een paar jaar zei de Commissaris van de Koning: “Jij zou burgemeester moeten worden.” Eduard keek hem verbaasd aan. “Ik weet nog dat ik dacht: ik? Waarom ik?” Maar het zaadje was geplant. Bij de derde sollicitatie was het raak.

“Geen dag is hetzelfde. Maar de verantwoordelijkheid is elke dag volledig.”
Als burgemeester voelde hij zich op z’n plek. “Ik ben een sociale nerd,” zegt hij met een grijns. “Ik hou van structuur, van vergaderen, van dossiers — maar vooral van betekenis geven. En het mooie aan het burgemeesterschap is: je krijgt nooit de makkelijke vragen. Je wordt erbij gehaald als het lastig wordt. En dan mag jij richting geven.” Toch had hij nooit een plan B. “Ik was totaal niet bezig met wat hierna kwam. Ik dacht: ik blijf dit doen tot m’n zeventigste. Want ik kán dit. En ik geniet ervan.”

“Toen ik ziek werd, kantelde alles”
In Enkhuizen werd Eduard plotseling ernstig ziek. Hij is volledig hersteld, maar zijn energieniveau kreeg een opdonder. “Een burgemeester moet altijd ‘aan’ staan. Drie dagen achter elkaar voluit kunnen werken. En dat kon ik niet meer.” Die realisatie kwam hard binnen. “Ik heb er lang mee geworsteld. Ik wilde niet stoppen. Maar ik moest eerlijk zijn — naar mezelf, en naar mijn gemeente. Tachtig procent is voor veel functies prima, maar niet voor deze.” Een jaar voor het einde van zijn termijn maakte hij publiek bekend dat hij niet zou doorgaan. “Een zware beslissing. Maar de juiste.”

“Ik had geen routekaart. Alleen vragen.”
Wat volgde, was stilte. Geen agenda, geen beleid, geen politieke druk. “En dan komen de vragen. Wat nu? Wat kan ik nog? Wat wil ik nog? Waar hoor ik thuis, als ik niet meer in dat ambt ben?” Eduard werd benaderd door meerdere APPA-bureaus. “En ineens moet je kiezen. Terwijl je zelf nog geen idee hebt wat je eigenlijk zoekt.” Wat hem aansprak in Public Lead, was de rust. “Ze wilden vooral weten wie ik was. Geen quick fix, maar een serieuze zoektocht. En dat klikte.” Zijn loopbaancoach Jan Schuitemaker bleek iemand “met wie ik meteen in gesprek wílde blijven.” Hij lacht: “Volgens mij genieten we er allebei van.”

“Ik hoef niks meer te bewijzen — maar ik wil nog wel van betekenis zijn”
De gesprekken met Jan hielpen Eduard om ruimte te voelen. “Ruimte om geen haast te hebben. Om ook rare ideeën toe te laten. Om keuzes te maken die misschien niet logisch lijken, maar wel bij mij passen.” Er zijn nu twee sporen. “Als ik word gevraagd als waarnemend burgemeester, zeg ik ja. Want dat vak blijft prachtig.” Maar daarnaast onderzoekt hij ook de wereld van strategisch advies. “Ik heb eerder gewerkt als consultant. Strategie, visie, koers — dat ligt mij. En nu neem ik 18 jaar bestuurlijke ervaring mee. Ik weet hoe het is als het stormt. Als besluiten pijn doen. Als je niet de luxe hebt om te wachten.”

“Het glazen huis: je leeft met open gordijnen”
De keerzijde van het ambt is de zichtbaarheid. “Je leeft in een glazen huis. En niet alleen jij — ook je gezin. In mijn eerste gemeente hebben we bewust de basisschool van mijn dochter buiten de gemeente gekozen. Zodat ze gewoon kind kon zijn. Niet ‘dochter van de burgemeester’.” En ook zelf voelde hij die blik altijd. “Op zaterdag boodschappen doen? Reken maar
dat je wordt aangesproken. Dat is soms fijn, maar soms wil je gewoon even verdwijnen. Dat kan dus niet.”
Toch overheerst de trots. “Het is een voorrecht om die rol te mogen vervullen. Maar je moet stevig staan. Want de keuzes die je maakt, raken mensen. En iedereen kijkt mee.”

“Neem tijd om te landen — en niet om te vluchten”
Zijn advies aan anderen die uit de politiek komen? “Gebruik het wachtgeld waarvoor het bedoeld is: om te wachten. Om stil te staan. Om bij jezelf te rade te gaan: wat wil ik nog? Wat kan ik nog bijdragen?” En vooral: geef het tijd. “Je hoeft niet meteen een nieuw plan. Het is oké om even te landen. Om het ongemak toe te laten.”

“Het leven is te kort om haast te hebben”
Die uitspraak komt meerdere keren terug in het gesprek. “Ik las het ooit van iemand die wist dat hij niet lang meer te leven had. En het raakte me. We rennen onszelf vaak voorbij, ook in het openbaar bestuur. Maar sommige keuzes vragen om stilte.
Om vertraging. Om voelen wat klopt.” Eduard neemt die tijd nu. Niet om stil te zitten, maar om opnieuw richting te kiezen.
Niet omdat het moet. Maar omdat het mag.